25/7

25/7

Ik houd mezelf voor de gek. Complete mindfuck. Ik laat me beheersen door een gevoel wat mij bekruipt. Het jeukt. Krabben moet. Mag niet. Onrust en drang gaan het van mij overnemen. Elke minuut een klein stukje dichterbij. Het toegeven aan mijn verlangens. Compleet de weg kwijt.

Mijn avond. Denkend aan wat ik niet heb op dit moment. Het zoete wat smelt op je tong. Chocola wat afbrokkelt in je mond. Je smaakpapillen laten juichen bij het opnemen van die welbekende smaak. De sensatie van je brandende lippen na het aflikken van chipszout. Bij die laatste gedachte kijk ik het contract na. Chips mag niet. Jammer. Ik ga twijfelen als Didi zegt dat chips niet zo heel erg is. Het laten voor wat het is lijkt op dat moment aardig te lukken. Diezelfde week ga ik op zoek naar chips zonder suiker. Die blijken er te zijn en nog lekker ook. Terugkijkend naar mijn contract. Daar staat: ijs mag, met mate. Het gematigde bleek per ongeluk gisteren twee keer op een dag. Even vergeten dat ik met de kinderen ook al een ijsje had gegeten. Ik maak mezelf wijs dat ik dan vandaag ook een ijsje mag. Het kon gisteren ook. En daar, daar begint het. Hiaten zoeken tussen de regels door. Tot mijn teleurstelling zijn mijn zelfgemaakte regels in het contract vrij strikt opgesteld. Dan realiseer ik het nog meer. Ik houd niet alleen mezelf voor de gek. Ik maak mezelf ook gek. Dat moet stoppen. Net als met roken of afvallen. Je moet cold turkey gaan en gelijk als je de ingeving krijgt stoppen. Gelijk doen. Anders ben je verloren.

Stap 1 is cold turkey gaan. Er naartoe leven. Beeld creëren hoe het eruit ziet als het lukt.  De knoop doorhakken door het echt te doen. Beloftes maken. Je gaat er helemaal voor. Niets kan je stoppen. Als de jus eraf is, volgt vanzelf stap 2. Mogelijk de moeilijkste fase. Het omgaan met die drang. Iets in je lijf, in jezelf zegt, ‘hoho het was deze twee weken erg leuk en knap van je, maar nu is het wel even genoeg’. ‘Een ijsje kan best’. ‘Dat appeltaartje is maar één keer’. ‘Een colaatje kan geen kwaad, het is geen snoep’. ‘Vier het leven, geniet’.

Ik heb mezelf even van een afstandje bekeken in deze fase. Puur verslavingsgedrag. Het zoeken naar uitwegen voor vervanging. Ik drink nooit cola. Een appeltaartje eet ik zelden. Suikers, het blijft een drang. Ik had altijd gedacht dat ik een emotie eter was. Misschien wel een volpropper om mijn leegte vullen. Er is meer aan de hand. Ik ben altijd bezig. Altijd dingen aan het doen. De creatieve kronkels  in mijn hoofd, moeten uitgewerkt worden tot iets zichtbaars. Niet zo gek dat ik Theatermaker was. Het mooiste wat er is. ‘Iets’ dat vanuit ‘niets’ ontstaat. Mijn hoofd draaide overuren. Het enige wat stopt is je lijf. Je lichaam kan heel goed aangeven wanneer het moe is. Mijn lichaam leek dat niet te herkennen. Slapen was tijdverspilling voor mij. Slapen was 5 a 6 uur per nacht. Ik wilde alles horen, proeven, zien, ruiken en meemaken en vooral creëren. Volop genieten van mijn twee lieve kinderen. De rest van de 25/7 die ik over had ging naar het bevredigen van dat creatieve brein. Nu ik terug lees terug zie ik een alleszeggende typefout: 25/7. Dat laat ik lekker staan. 25/7. Ik stopte meer uren in de dag dan een dag überhaupt heeft.

Ik praat in de verleden tijd. Mijn leven is nogal veranderd. Heeft op zijn kop gestaan. Van een overactief persoon ben ik door hersenletsel teruggefloten naar iemand die veel rust moet nemen. Moeten stoppen met Theatermaken. Mijn energieniveau is laag en in de ochtend en avond het hoogst, mits ik in de middag 2u slaap, of 3u rust in stilte. Geen geluid of licht om mij heen. Complete stilte. Afgelopen 3 jaar heb ik geleerd middels revalidatie en yoga, in stilte met mezelf te kunnen zijn.

Dat klinkt heerlijk. In stilte met jezelf zijn. Ik lijk mijn draai te hebben gevonden. Maar eens in de zoveel tijd komt mijn verslavingsgedrag naar boven.  Mijn brein slaat op tilt. Ik heb 1001 ideeën hoe ik weer in het leven wil staan. Mijn gedachten stoppen niet. De creatieve ideeën stromen. Dat is het moment dat die drang weer om de hoek komt kijken. De drang naar suikers. Ik observeer mezelf. De reden van de drang naar suikers beredeneer ik. De gok gaat nog een keer naar emotie verwerking of het opvullen van leegte. Ik kijk naar het hier en nu. Op dit moment is er niets waardoor ik me emotioneel voel. Als ik verder ‘voel’ ga ik terug naar wat er op zo’n moment eigenlijk gebeurt. Mijn hoofd zit vol, ik krijg geen rust. Mijn lijf kan niet meer, mijn gedachten gaan gewoon door. De energie is op. De enige manier om rust te vinden is op de bank te zitten tv aan en suikers om me heen. Ik gebruik suikers om de onrust te stoppen.

Wat ik eigenlijk op zo’n moment moet doen is slapen. Het lukt mij niet op eigen ‘kracht’ om de rust in mijn lijf te vinden. Het is wel hard nodig. In plaats van te gaan slapen ga ik mijn lijf op een passieve en agressieve manier moe maken. Dan krijg ik de rust. Suikers geven een korte rush. Als je de grens niet voelt wanneer het genoeg is krijg je daarna een crash. Vermoeidheid, je ogen vallen vanzelf dicht terwijl de tv nog aan staat. Geen moeite, je valt vanzelf in slaap. Het zou net zoiets als blowen zijn. Ik heb blowen persoonlijk nooit als prettig ervaren. Als ik een blowtje rookte, dan was het met anderen. In het bijzijn van anderen wil ik juist actief zijn, leuke diepgaande gesprekken voeren. Van blowen viel ik in slaap en was mijn hoofd te leeg om gezellig te zijn. Nu begrijp ik. Blowen lijkt zo onschuldig. Het kan voor veel mensen een sluipmoordenaar zijn. Het lijkt een hulpmiddel om je hoofd leeg te maken. Net als suikers dat voor mij zijn. Het is een toegankelijk middel om je rust te vinden.

Waarnemen van mezelf heeft iets opgeleverd. De misvatting dat ik een emotie eter zou zijn. Dit keer gaat het verder dan dat. Het is onrust. Met suikers temper ik de onrust die door mijn lichaam giert.  Nu weet ik waar dit keer de angel zit. Dit wetend, kan ik niets anders dan er iets aan doen. Ik moet niet meer toe geven aan die drang om mijn onrust onder controle te willen krijgen. Zelfbeheersing en discipline creëren. Daar moet toch iets op te vinden zijn.

Ik wil op zoek naar oplossingen voor het ‘onrust gevoel’. Eerst een stap terug. In de yoga wordt gezegd. Gevoel mag er zijn. Vecht niet tegen het gevoel wat je niet wilt hebben. Doe het tegenovergestelde. Omarm het. Makkelijker gezegd dan gedaan. Het zal je verbazen wat er gebeurt als je het ‘laat zijn’. Voelen dat het gevoel er is zonder oordeel naar jezelf. Gevoelens niet wegdrukken of weg proberen te halen bij jezelf. De confrontatie aangaan met jezelf. Niets is goed of fout. Ik ga het doen. Ik als vechter, leg mijn wapens neer. Ik omarm mijn gevoel van onrust en vertrouw erop dat de oplossing zich vanzelf aandient. Niet makkelijk. Ik ga het komende week ervaren.

Do it with love, Tess

 

Geef een reactie